Huis te Wenum
De wens van de opdrachtgevers was een woonhuis met veel functies op de begane grond met slechts een beperkt programma op de verdieping. Het woonhuis is gelegen op de grens van bosgebied (zuidwest) en meer open terrein (noordoost). De hoofdmassa staat traditiegetrouw met de nok haaks op de weg. De begane grond is in de andere richting ontwikkeld om de wal waarop het huis in het landschap staat te versterken en een begrenzing te trekken tussen het (kleinschalige) van oudsher formeel opgemaakte voorgebied en het (grootschalige) landschap. Het wonen is zoveel mogelijk door de gehele begane grond “geweven”, rekening houdend met de zonnebaan. Als de dag ontluikt bevindt men zich op het oosten in de naar het landschap zeer open “ochtendkamer”. Als men in de avond inkeert, kan dat in de veel meer besloten avondkamer op het zuidwesten. Een dergelijke “verankering” op de locatie is natuurlijk meer organisch dan ecologisch, maar ,et een goede oriëntatie is ook de ecologie, in de zin van energiezuinigheid, gediend.
Het “privégebied” van de ouders in huis en de dienende onderdelen (keuken, entree, schuur) dringen in de hoofdmassa . Ruime dakoverstekken bieden plaats aan het buitenleven op verschillende momenten van de dag. Ontbijt in de ochtendzon, een boek lezen in de avondzon, etc. Ook dat is een vorm van ecologisch denken: de zomerzon buiten houden maakt een koeling overbodig. De winterzon binnenlaten is gunstig voor de warmte huishouding.
Het huis kent talloze “archetypische” waarden die mensen van nature waarderen, los van schoonheid: b.v. visueel dikke muren (met ingebouwde kasten) die een gevoel van veiligheid geven; een trapbordes op 40 cm hoogte waarop je in de hal nog even een schoenveter kan vastknopen of een gesprekje kan voeren; door alkoven afgebakende plekjes in de ruimte en vrijwel alle verblijfsruimte onder schuine daken geven veel geborgenheid.
De band van mens en natuur is op verschillende niveau’s aanwezig. In feitelijke gebruiksmogelijkheden (overdekt buiten, bezonning, uitzicht), maar er is ook zoveel mogelijk natuurlijk materiaal toegepast, veelal ook in de materiaaleigen kleuren. Tenslotte zijn ook beeldend relaties aangeknoopt. Zo is de afvoer van hemelwater vrij specifiek uitgewerkt, zij dat in dit ontwerp het “teruggeven aan de aarde” niet tot volle wasdom is gekomen.
Het huis is uitgerust met een domotica-systeem, zodat het huis intelligent reageert op wat de bewoner doet. Als bijvoorbeeld de voordeur wordt gesloten en het huis “merkt” dat er geen bewoners meer zijn, worden de zeven andere buitendeuren ook gesloten, gaat de verwarming lager, het alarm aan en de bewakingsverlichting. Een centraal stofzuigsysteem Naast het huis is nog een bijgebouw gerealiseerd met stallingsruimte voor auto’s, fietsen, gereedschap en ruimte voor techniek van het openlucht zwembad. Het huis is geheel in houtskelet opgetrokken en is zo dampopen mogelijk gehouden.
Op zich is de gecoate stalem dakbedekking niet het summum van ecologisch bouwen, maar op de coating mag de leverancier ervan wel trots zijn. Greencoat heeft een zeer lange levensduur en is in de sloopfase onschadelijk.
Minder ecologisch dan b.v. een kookverf als Uula, maar de Master van Drywood mag er zijn! De verf bladdert gedurende zijn hele bestaan niet, maar erodeert slechts zeer zachtjes weg. We zijn intussen ruim 15 jaar na dato, en de eerste verf zit er nog steeds op. Slechts plaatselijk wat bijwerk.