De schoonheid van een ruïne en haar omgeving bracht opdrachtgevers ertoe een oude kapel om te willen bouwen tot woonhuis.
De vraag is ons gesteld of we dat wilden doen.
Met als voorwaarde dat we ter plaatse mochten onderzoeken of we met het gebouw iets konden doen, hebben we ingestemd.
Ter plaatse vonden we de ruïne zó puur, dat we geen delen definitief wilden bedekken, laat staan muren en vloeren in de voorheen open ruimte maken.
We hebben twee ontwerpen gemaakt. Eén het onderstaande: een soort “Sint Paulus buiten de muren”, waarbij de oude kerkruimte een moment van bezinning werd, een moment van de wereld achter je laten werd, alvorens het huis te betreden.
Een tweede variant bestond in het als het ware “ophangen” van een nagenoeg zelfstandig bouwvolume, circa anderhalf à twee meter vrij van de bestaande muren. Zodanig, dat het licht van de hemel de gehele begane grond nog zou kunnen bereiken.
De opdrachtgevers wilden echter perse de ruimte vullen met vloeren en muren. Wij vonden dat een aantasting van de geest of beter: het wezen van het gebouw. We hebben toen afscheid genomen.